Moeten boeren in harmonie met de natuur werken? Of moet de landbouw juist zo intensief mogelijk produceren, zodat elders meer ruimte is voor de natuur? In de film The Future of Food proberen opponenten Joris Lohman en Hidde Boersma deze twee uitersten in de voedseldiscussie bij elkaar te brengen.
Lukas van der Storm

Daar staan ze dan, tegenover elkaar, in een treurige worstelring omgeven door grijs beton. Politicoloog Joris Lohman is getooid in een aftands rood pakje, om de benen van moleculair bioloog Hidde Boersma lubbert een lichtblauwe sportbroek. In de ring slaan ze elkaar om de oren met kilo’s rapporten. Allemaal wetenschap, peer reviewed nog wel. Het gevecht eindigt zoals het begon: in gelijkspel.

Deze scène uit de film The Future of Food staat zo’n beetje symbool voor een fundamenteel vraagstuk over ons voedselsysteem. Wat voor landbouw willen we nu eigenlijk, in Nederland en daarbuiten? Moeten we als mensheid streven naar een leven in harmonie met de natuur, zonder ecologische grenzen te tarten? Voor die denkwijze staat Lohman, die met zijn bedrijf Food Hub onder meer boeren helpt met de omslag naar een duurzame landbouw.

Duurzaam staat in dit geval vooral voor ‘meer in harmonie met de natuur’. Of dat echt zo duurzaam is, waagt Boersma te betwijfelen. Hij noemt zich ecomodernist. Zijn redenering: om de wereldbevolking te voeden, is intensieve voedselproductie juist van levensbelang. Liefst hoogtechnologisch en los van de natuur. Alleen op die manier houden we óók genoeg ruimte over om de broodnodige natuur en biodiversiteit in stand te houden.

Boersma en Lohman mengen zich allebei al een jaar of tien in het publieke voedseldebat. “Ik ergerde me in het begin aan ongeveer alles wat hij zei”, blikt Lohman terug. “Ik kwam zelf vanuit het perspectief van ecologische oplossingen, kleinschalig boeren. Hidde was vóór genetische modificatie en het gebruik van chemische middelen in de landbouw. En juist tegen biologisch, omdat daar meer land voor nodig is.
Lees verder op de website van Trouw