We kennen allemaal het cultuurlandschap van de gangbare landbouw. Grote akkers met monoculturen of grote stallen met honderden koeien/ varkens of kippen. Een scheiding van natuur en voedselproductie, waarbij binnen de randvoorwaarden gepoogd wordt zo duurzaam mogelijk te telen. Maar er komen steeds meer bedrijven die het helemaal anders doen.
Deze landbouwbedrijven kenmerken zich door kleinschaligheid, een diversiteit aan planten en dieren en een verregaande vorm van toegankelijkheid voor omwonenden, waardoor ze bijdragen aan de kwaliteit van het leefklimaat in en om de stad. Dit type boerenbedrijf is niet alleen open voor passanten, maar ook voor leden van hun boerderijvereniging. Hier beschrijft Eveline Stilma hoe dat er in de praktijk uit kan zien.